zondag 18 oktober 2015

Pech





Voorlopig een paar dagen verplichte rust. Een lichte hersenschudding opgelopen. Pech, maar ben van plan er snel weer met een nieuw blog- of ander bericht te zijn. Hopelijk jullie dan ook weer, dat zou fijn zijn! 


maandag 12 oktober 2015

Een greep uit





Er zijn dagen waarop niets schijnt te lukken. Kleine irritaties in ‘de dingen te doen’. Een greep uit een van die dagen.

Het begint al bij het ontwaken. Niet uitgerust. Ik heb onrustig geslapen. Vaak wakker geweest na het dromen. Ook heb ik Man in zijn gezicht geslagen. Hij schrok er zo van dat we allebei wakker zijn geworden.

Een wegomlegging. Denk de navigatie niet nodig te hebben. Een mevrouw vertelt mij hoe te rijden. ‘Keren, driemaal rechts, dat is de …….straat. Niet zo moeilijk.’ Of ik heb een ‘rechts’ gemist of ik heb een ‘rechts’ teveel genomen, ik kom in een buurt die ik totaal niet ken. Wil ik nog bijtijds zijn dan zal ik nu toch de navigatie moeten gebruiken.

Google Maps openen.
Adres intoetsen.
Wachten tijdens het zoeken.
Aha, zij, ik noem haar Liesje, is er.
Vertrek in richting noord.
Noord? Waar is noord? Ik heb een oriënteringsvermogen van niets.
Navigatie anders instellen zodat er een duidelijk overzicht te zien is.
Oh, dat is die kant uit.
Weer keren.
Zes minuten te laat op plaats van bestemming.

Als ik na anderhalf uur mijn bril op wil zetten heb ik een veer in de hand en een uiterst wazig zicht. Ben op slag afhankelijk. Mijn zonnebril wordt uit de auto gehaald. Weer een heldere kijk. Ik kan naar huis.

Nadat ik heb gegeten en gerust fiets ik naar de apotheek. Dacht dat er nog genoeg was, maar het doosje is leeg. Tot overmaat van ramp is het medicijn niet op voorraad. Heb moeite met ademhalen en heb het heel benauwd. Er wordt meteen gehandeld. Een uur later heb ik mijn medicijn.

Naar de parfumerie voor een geurtje. Niet meer in de collectie.

Ernaast de kantoorboekhandel. Het boek dat ik wil kopen niet op voorraad.

Hoger bedrag dan gevraagd geboden op een gebruikte Queen Ann tafel. Zo mooi, die willen wij hebben voor op de slaapkamer. Komt er een e-mail, de tafel is al verkocht. Haal die advertentie dan van de verkoopsite af.

Man heeft een struik uit de oprit weggehaald. Vanaf de zijkant van het huis geen privacy meer. We zijn geen fan van folie voor het raam, maar als tijdelijke oplossing is het bruikbaar. Er ligt nog een rol op zolder. Man haalt de trap uit het tuinhuis, ik een meetlint, een potlood, een liniaal, een snijmat en een mesje uit het atelier. We meten, meten nog eens en snijden. Met de plantenspuit maken we het raam nat en drukken het folie er tegenaan. Het glad strijken doen we met een raamwisser. Het folie plakt niet. Nog maar eens nat maken. Dat helpt ook niet.

‘Moet er niet eerst een laagje vanaf?’
‘Neen, deze is meteen bruikbaar en zo heb ik het in het andere huis ook gedaan.’

Nog maar eens proberen. Het lukt weer niet. Op zolder ligt nog een rol.
Weer snijden, het raam nat maken, het folie er tegenaan. Ook deze keer lukt het niet.

Ineens hoor ik mea culpa, mea culpa. Jullie raden het al. Er moet toch een laagje vanaf gehaald worden. Dan is het snel op het raam bevestigd, maar niet mooi. Ook niet voor ‘tijdelijk’. Nog steeds een open raam met inkijk en minder privacy. Dan maar het rolgordijn een stukje naar beneden. Tijdelijk.       

dinsdag 6 oktober 2015

Suf en saai




Van ‘uitgaan’ heb ik niet veel kaas gegeten. In mijn jeugd mocht het niet, uitgezonderd zo nu en dan naar het jeugddansen in het patronaat. Daar ging ik dan heen onder begeleiding van een meisje uit de buurt. Notabene maar één jaar ouder. Toen ik een jaar of 17 was ging ik soms op zaterdagavond in een naburig dorp naar een dansavond. Later ging ik ook wel eens met collega’s op stap. Altijd met dezelfde mensen naar hetzelfde café. Daar kon je dansen op plaatjes uit de jukebox. Dat dansen vond ik leuk. Liefst danste ik de tango. Dat deed ik dan met een collega. Vol passie en met plezier. Het dansen was de reden om mee naar het café te gaan, niet het ‘uitgaan’.

Dat was in een notendop mijn uitgaansleven. Het stelde niet veel voor. Had ook niet zoveel behoefte altijd tussen mensen te zijn. Als kind was ik al graag op mezelf. Was het te druk in huis, zonderde ik mij af.

Ben altijd een huismus geweest en nog. Natuurlijk ga ik wel eens de deur uit. Naar vrienden of overdag een eindje fietsen. ’s Avonds ben ik liefst thuis. Man ook. Voordat wij hebben gegeten en opgeruimd is het vaak acht uur of later, dan hebben wij geen zin meer nog veel te ondernemen. Man draait een plaatje, ik lees wat of ben even bezig in het atelier. Op een doordeweekse avond blijft niet veel tijd over, die is in een vloek en een zucht voorbij. ‘s Ochtends om zes uur gaat de wekker weer. Voor Man het begin van een lange dag.

In de weekenden zijn we dan ook graag samen thuis. Een beetje uitslapen, lekker lang ontbijten, lezen krant en boek, koken, eten en luieren. We gaan op pad voor boodschappen, rommelen in de tuin, in huis of atelier. Nu en dan hebben we een afspraak met familie of vrienden, we bezoeken een museum of gaan ergens lunchen. Af en toe kijken we een serie op dvd. Dat is het. We zijn niet zo uithuizig. Suf en saai? Misschien is dat voor veel mensen zo, te weinig reuring. Wij vinden het goed.