woensdag 30 maart 2016

Opruimen



Opruimen op zolder kan leuk zijn. Vooral als je, zoals ik, niet meer precies weet wat er uit de dozen tevoorschijn komt. Die staan daar al sinds de verhuizing. In mei is dat twee jaar geleden. Ik weet ongeveer wel wat voor spullen het zijn, maar toch word ik regelmatig verrast als Man weer iets eruit pakt. 

Glazen lampenkapje uit het ouderlijk huis. Ik maak er een hanglamp van.
Breinaalden, haaknaalden, een borduurring. Een zak met knopen, alle kleuren van de regenboog.
Een engeltje, gekregen van Man
Boeken
Nog meer boeken
Een kleine zwarte doos met glazen en koperen snuisterijen. 
Vazen, groot en klein, van gewoon en gekleurd glas. Ook dekbedhoezen komen tevoorschijn. Die bewaren we om op de grond te leggen als Man de muren gaat schilderen. De slopen gebruiken we als inpakmateriaal voor breekbare dingen die we weggeven of naar de kringloopwinkel brengen. 

Dan eindelijk de dozen met fotoalbums. Sinds we hier wonen, kan ik er niet bij. Er staan teveel dingen voor. Stoelen, een tafel, kleine tafeltjes. Ik houd van tafels en tafeltjes, rond, ovaal of vierkant. Een theewagen, twee ijzeren ladekastjes, een kledingrek. Dat alles hadden we natuurlijk al veel eerder weg kunnen halen, maar soms komt er niets van voornemens terecht. Herkent u dat?

Ik blader door een paar albums. Voel ontroering en blijdschap, herinneringen komen voorbij.

Mijn nichtjes 18 december 1980
Ruim 35 jaar geleden met mijn 'oudste' vriendin
Trouwdag mam en pap 14 januari 1941
Mam en Pap 50 jaar getrouwd 14 januari 1991








donderdag 24 maart 2016

Van die dagen 2



 
Er zijn van die dagen waarop niets lukt. Dat voel ik al bij het rinkelen van de wekker. Een onbestemd gevoel, een nare droom gehad en onrustig geslapen. Of dat ik bij het wakker worden nog zo moe ben en besluit nog even te blijven liggen. Het dekbed stevig om mij heen en vervolgens pas een paar uur later te ontwaken. Verdwaasd dat ik nog zo lang hebt geslapen.

Vanochtend bij het wakker worden wil ik mijn boek uitlezen, nog 6 pagina’s, dat is gisteravond niet meer gelukt. Waarna ik wil schrijven. Alvast wat kleding zal uitzoeken, ook iets dat ieder seizoen weer terugkomt.

Mijn laptop op orde  brengen. Gisteren heb ik eindelijk Windows 10 geïnstalleerd. Over het switchen van 8 naar 10 heb ik de meest wilde verhalen gehoord. Ik vind het teveel werk eerst alles op een externe schijf te zetten of een back-up te maken. Het moet meteen, nu en terstond. Spannend, maar na een snelle eerste blik zie ik dat alle foto’s en ‘mijn schrijfsels’ er nog zijn. Stiekem ben ik wel blij, heb het noodlot toch een beetje getart. 
Ook hoor ik mensen over het gemak en de uitstraling ervan. Dat herken ik niet. Voor mij staat nu alles her en der. Onlogisch. Het is anders gestructureerd dan ik het hebben wil. Soms past structuur wel bij mij. Niet teveel poespas, gewoon simpel. En zo moet voor mij de indeling van de laptop zijn. 
 
Ik kan het eten alvast voorbereiden, vanavond hebben wij een gast aan tafel. Een kaart schrijven voor een bijna jarige vriendin. De planten verzorgen. De was vouwen. Naar de apotheek medicijnen ophalen. Een paar kleine schildersdoeken met een eerste laag prepareren, alvast wat structuur aanbrengen.

Heb ik dit allemaal gedaan? Neen, bijna niets van wat ik hierboven opnoem. Soms frustreert mij dat, nu niet. Uiteindelijk is het een dag met een gouden randje. Dat zit zo:
Ik heb toch nog deze blogpost geschreven. In de brievenbus een dikke envelop, aan mij gericht. Een boek ter inspiratie, gestuurd door een lieve facebook-vriendin. Verder heb ik de rust na te denken over alles wat mij bezighoudt, onderwijl met verwondering de drukte in het vogeldorp bekeken en daarvan genoten.

Dikke envelop

Het boek ter inspiratie

Het vogeldorp



vrijdag 18 maart 2016

Burgerlijk



Deze maand is het twee jaar geleden dat Man en ik voor het eerst in onze tuin hebben gewerkt. Het is op een zonnige zaterdag, een paar weken na de sleuteloverdracht. Wij gaan naar het tuincentrum om klimop te kopen en planten die tegen het hekwerk van de buren. Een week later vullen we de bloembak en bouwen van pallets een insectenhotel. Daarna laten we de tuin voor wat het is.



Vorig jaar in maart zijn we verder gegaan met het meer ‘eigen’ maken van de tuin. Spitten en schoonmaken. Honderden bolletjes haalt Man uit de grond. Onbegonnen werk. Nu zijn er weer veel te zien. De leuke mogen blijven, de rest spit Man er alsnog uit. Ook vorig jaar al wat nieuwe aanplant gedaan. Siergras, lage hedera, maagdenpalm en helleborus. Voor die laatste is een mooie plek voorhanden. Een stenen bak die onder het onkruid vandaan komt. Een paar weken later blijkt op die plek teveel zon, de een na de andere plant legt het loodje. Snel de overblijvers gered. 

  
Rondom Marie alleen maar avondzon, dat moet toch kunnen. 


Maar hoogzomer aan het eind van de middag op die plek ook al zon. Weer teveel.
Voordat de helleborussen op deze plek de geest geven ook weer snel uit de grond gehaald. Dan maar in de schaduw aan de overkant, maar ook hier redden zij het niet. Te droog en geen voeding door de wortels van de grote bomen. Ten einde raad stoppen we de overgebleven (intussen zielige) plantjes in de zinken teil. Het wordt de vierde plek.
Ik wil geen gaten in de bodem. Scherven erin en onder de bomen zodat de regen min of meer door een natuurlijk afdak wordt tegengehouden. Lukt ook niet blijkt een paar weken geleden. Een laag water in de teil. De planten gedwongen aan het pootje baden. De teil schuin, repen stof erin zodat het water eruit kan en ‘op’ naar het tuincentrum. Op zondag notabene. Zo burgerlijk, dat zou ik toch nooit doen? Maar nood breekt wet, er moeten potten komen. Pech, de goede maat niet op voorraad. We kopen wel iets anders.

  
Een week later op zondag voor de tweede keer een ritje naar het tuincentrum. Godzijdank, de potten die we willen volop in het rek. 

De vijfde plek
De vijfde plek
A.s. Zondag blijven wij thuis, dan gaan bij goed weer de dahliaknollen de grond in. Die hebben wij ook nog gekocht.