woensdag 29 april 2015

Geïnspireerd



Dat ik van Man houd moge duidelijk zijn, maar daar wil ik het vandaag niet over hebben. Ik houd, zoals jullie weten, ook van lezen, schrijven en schilderen. Maar waardoor raak ik nou geïnspireerd?

Het gebeurt niet elke dag dat ik overloop van ideeën. Regelmatig heb ik ‘hulpmiddelen’ nodig. Er zijn ook dagen dat het helemaal niet lukt. Dan leg ik mezelf een te hoge druk op. Het schrijven én het schilderen kan ik dan maar beter uit mijn hoofd zetten. Voor het lezen van een boek ben ik op zo een moment te onrustig. Ik ga andere dingen doen of juist niets en vanuit die rust kom ik vaak weer tot iets.

Waar haal ik ideeën vandaan om een blog te schrijven?
Die komen uit het dagelijkse leven, uit herinneringen en uit aantekeningen die ik maak. Naast het bed liggen steevast pen en papier. Mijn iPhone ook altijd binnen handbereik. Plotse ingevingen kan ik dus altijd kwijt. Ik heb geleerd die direct te noteren. Vaak gedacht dat ik het de volgende ochtend of later op de dag nog wel zou weten. Dat is een sprookje gebleken. Dan kan ik het met de beste wil van de wereld niet meer naar boven halen. Daar heb ik van geleerd. Niet dat ik die aantekeningen steeds uitwerk. Ze zijn er en ze zijn er voor geval van nood. Als ik weinig heb meegemaakt, of te moe ben en nauwelijks geïnspireerd ben.

 
Wat inspireert mij om te schilderen?
Iets maken vanaf een plaatje ligt me niet. Ik pak regelmatig een kunstboek om door te bladeren. Heb wel eens een boek geleend over technieken en het gebruik van materialen. Ook filmpjes op YouTube bekeken. Het een en ander geleerd van iemand die mij in zijn atelier liet schilderen. Door het te blijven doen, om me heen te kijken en dingen uit te proberen, is er ‘iets’ gegroeid. Zo is het althans bij mij gegaan. Soms zijn er gedachtes: ‘dat zou mooi zijn om te maken, dat ga ik schilderen en met die kleuren’. Er komt nooit iets van terecht. Altijd weer staat er iets anders op het doek. Het schilderen ‘gebeurt’ gewoon. Intuïtief.



Wanneer koop ik een boek?
Van mijn favoriete auteurs koop ik meestal zonder veel dralen meteen het nieuwste boek. Als het boek van een voor mij onbekende auteur is, is de omslag bepalend of ik het in mijn handen pak. Die moet mij aanspreken. Ik lees de flaptekst, de eerste pagina, soms zelfs twee of meer. Loop er een tijdje mee rond terwijl ik andere boeken bekijk. Lees nog eens wat er op de omslag staat, blader door het boek, overleg met mezelf. Of ik het wel dan niet koop laat ik van mijn gevoel afhangen. Dat vertelt mij wat te doen. Als ik het koop blijkt het altijd bij mij en mijn interesses te passen.


 
Maar geïnspireerd om te gaan lezen, schrijven en schilderen raak ik ook door woorden als:
Museum Schilder Interview Man Humor Column Muziek Auteur Kleur Kunst Beeldhouwer Huis Mens Blog Schilderij Tuin Boek Gesprek Gedachten Luisteren Liefde

http://ellieschmitz.blogspot.nl/2014/04/mijn-moeders-tas.html 
http://www.annevellinga.nl/
 



donderdag 23 april 2015

Mannen en Man





Ik was niet meer op zoek naar een partner. Dat had ik wel een paar jaar via datingsites geprobeerd. Echter telkens zei ik: ‘neen, weg ermee’ en gaf zo geen enkele heer een kans.

De een volkomen uitgeblust, de ander zocht een huishoudster, de volgende wilde alleen maar zo snel mogelijk samen in mijn of zijn bed. Een andere man vertelde mij tijdens een gesprek aan de telefoon dat hij niet rookte. Bij de eerste ontmoeting rook ik het al. Een walm van nicotine om hem heen. Mijn opmerking begreep hij niet. ‘Waarom ik me daar druk over maakte. Zo af en toe een sigaretje was toch niet erg?’ Had hij nog meer leugens verteld? Ik ben niet eens meer het restaurant binnen gegaan, heb meteen rechtsomkeer gemaakt.

Weer een ander vond mij niet goed genoeg. Ik had geen baan. De reden dat ik niet werkte was voor hem niet interessant. Geen belangstelling voor mij flitste het door me heen. Hij hield meteen een verhandeling over vrouwen en alimentatie. ‘Was ik er misschien ook zo een?’ Alimentatie heb ik nooit gewild. Onafhankelijk wilde ik zijn, maar dat heb ik hem niet verteld. Ben opgestaan, heb mijn jas gepakt en ben het restaurant uitgelopen.

Ook heb ik eens koffie gedronken met een heer die de kelner riep en zei: ‘kan ik twee kopjes koffie afrekenen?’ Was dat een gierige of egoïstische man die zo onze eerste ontmoeting afsloot? Ik heb natuurlijk mijn twee kopjes koffie zelf betaald.

Als klap op de vuurpijl zei iemand tegen mij: ‘for the time being wil ik nog een leuk leven hebben. Niet met iemand die ziek is’. Dat kwam hard aan en ook hem heb ik alleen aan een tafel laten zitten. Het was onmiddellijk duidelijk met die man niet gelukkig te worden. Zijn uitspraak bleef in mijn hoofd zeuren en was een van de redenen dat ik stopte met daten. Ik was teleurgesteld en het zelfvertrouwen werd wankel. Ik zocht niet meer naar een partner.

Maar dan. Eind december 2008 ontmoet ik bij toeval Man. Ik ben nog steeds niet op zoek naar een partner. Man trouwens ook niet. Het duurt dan ook nog een poos voordat het in 2009 ‘aan’ is tussen ons. En nog. Man lijkt in niets op de dates die ik jaren geleden heb gehad. Hij is gewoon veel leuker, guller en vrolijker.


­­­­­­

maandag 20 april 2015

Draadjes knippen en rode bessen



In ons gezin was niet veel geld te besteden. Mijn vader werkte ondergronds in de steenkolenmijn, mijn moeder bestierde het huishouden, zorgde voor de kinderen en beheerde het geld. Tot overmaat van ramp werd mijn vader op jonge leeftijd ziek en verloor daardoor zijn werk. Van een uitkering rondkomen was nog moeilijker voor mijn moeder.

Ik moest vakantiewerk doen. Dat deed ik vanaf een jaar of 12. Bij naaiatelier Jabotex, gevestigd in het dorp in een voormalig schoolgebouw. Er werden broeken gemaakt. Mijn zus had er een baan. Zij verzorgde de administratie en de boekhouding. Ik heb daar draadjes geknipt. Met een speciaal schaartje werden de draadjes van de broeken geknipt. De blaren op de hand, maar ik moest het doen. De hele zomervakantie. Zes weken lang, elke dag van half 8 tot half 5. De betaling naargelang het aantal broeken dat door mijn handen ging. Elke week het loonzakje. 
  
In het dorp woonden veel boeren en mijnwerkers, een paar notabelen daargelaten zoals de notaris, de secretaris en de huisarts. Het lag voor de hand ook bij de boeren werk te zoeken. Tijdelijk helpen met aardappels rapen of het plukken van appels en peren, pruimen, kersen en rode bessen.

Ik koos voor het bessen plukken in de straat waar ik woonde. Er stonden twee huizen. ‘Mijn’ huis en aan de overkant de boerderij van familie B. Verder zandweg, korenvelden, een boomgaard, een aspergeveld en de struiken met bessen.
  
De kinderen die in de straat achter ons woonden waren er ook. Jan en Sjaak, Jannie, Els en Annie, evenals enkele jongens uit het dorp. Zo ook Theo. Een jongeman, een paar jaar ouder. Donkere bril, schichtige blik en altijd glurend naar meisjes. Er werd in het dorp over hem gepraat. Men zei: ‘hij is niet goed bij zijn verstand.’ Ik was bang voor hem. Vooral voor zijn schichtige en gejaagde blik.

Theo plukte altijd aan dezelfde bessenstruik waaraan ook ik bezig was. Zodra ik het kistje vol met bessen had sprong hij op en ging erop zitten. Dan lachte hij. Het kistje bessen werd een kistje bessenmoes. Af en toe was ik vlug genoeg mijn oogst te redden. Altijd weer hoopte ik dat niemand het had gezien. Ik begon weer opnieuw. Tegen de boer durfde ik niets te zeggen. Hij vroeg aan het eind van de dag ook niet waarom ik zo weinig bessen had geplukt. Thuis praatte ik niet over Theo. Verdienen deed ik nagenoeg niets. Aan het eind van de week kreeg ik van de boer meestal maar een paar gulden. Of er door mijn moeder over het verdiende geld iets werd gezegd of wat ermee werd gedaan dat weet ik niet meer, maar het gezicht van Theo staat in mijn geheugen gegrift.