vrijdag 27 november 2015

Herinnering - Van gulden naar euro





We staan bij de bakker in de rij. Raken in gesprek over de prijs van een halve en hele cake. Dat wil zeggen: de vrouw praat, ik hum zo nu en dan een beetje en knik eens met mijn hoofd. Dat hummen en knikken is blijkbaar voor haar een teken met het verhaal door te gaan. Nog altijd rekent zij van euro’s naar guldens. Vertelt dat de boodschappen die zij nodig heeft soms weer in het schap belanden. Het maakt haar nog steeds kwaad dat de dagelijkse levensbehoeften sinds de invoering van de euro in prijs zijn verdubbeld. Ik kijk haar aan. Verbaasd. Dat iemand daar nu nog zo mee bezig is. Bijna veertien jaar na invoering van dit betaalmiddel.

Door dit gesprek denk ik aan mijn vader.
In het jaar 2001, het jaar voordat de euro werd ingevoerd, heeft hij mij ontelbare keren gevraagd hem nog eens uit te leggen hoe de gulden omgerekend moest worden naar de euro. Hij maakte zich daar heel druk over. Steeds opnieuw heb ik het hem uitgelegd. Pen en papier bij de hand om de som voor te rekenen. 


De invoering van de euro heeft vader echter niet meer meegemaakt. Toen hij was overleden zeiden Zus en ik tegen elkaar:
‘Nu hoeft hij zich over de euro in elk geval niet meer druk te maken. In de hemel is die niet nodig. Daar kun je alles gratis krijgen, zoveel als je wilt.’

maandag 23 november 2015

Excel



Bijna december. Zo langzamerhand is het werk in de tuin wel gedaan. Hier en daar valt er af en toe nog wat op te ruimen en te vegen. Vooral veel dennennaalden. Die blijven vallen, zeker als het stormt. Natuurlijk gaat ook het voeren van de vogels gewoon door, vooral nu het kouder wordt. Eerlijk gezegd voer ik het hele jaar. Ik weet dat de meningen daarover zijn verdeeld, wel of niet goed. Ik heb daarin mijn eigen regels bepaald. Zeg nou zelf. Het is toch leuk om te zien als er dagelijks zoveel vogels komen eten. De merel, de bonte specht, de mus en de koolmees, ook de boomklever, de duif, de kauw, de ekster en de Vlaamse gaai. En dan nog de eekhoorn, vaste gast in het pindakaashuis.

Maar goed, terug naar het werk in de tuin.
Afgelopen voorjaar is Man begonnen met het uitspitten van planten, het omspitten van de grond en het opruimen van ontelbaar veel bloembollen. Nog zijn er genoeg over. Daarna is een begin gemaakt met het aanplanten van de tuin. We zijn nog lang niet klaar. Zoiets moet groeien. Zo nu en dan hebben we weer ideeën en gaan aan de gang. Dat wil zeggen, Man doet het zware werk en ik denk. Of eigenlijk denk ik er niet eens zo over na. Al lopend door de tuin plopt het idee ineens tevoorschijn.

Onlangs hebben we de tuintafel verplaatst, een paar potten met vaste planten gevuld en de bloembak aan de voorkant van het huis schoon gemaakt. Voor nieuwe plantjes erin zijn we naar het tuincentrum gefietst.

Als we daar aankomen zie ik een man naar de ingang lopen. Precies op het moment dat hij de drempel over wil, sluiten de deuren. Verschrikt springt hij achteruit. Te zien aan zijn snelle en schichtige blik voelt hij zich enigszins gegeneerd. Ik hoor hem bijna denken: hopelijk heeft niemand dit gezien. Het is duidelijk dat hij met zijn houding geen raad weet. Als ik hem vriendelijk toelach kan er bij hem een klein lachje af. Eenmaal binnen rukt hij hardhandig een winkelkar uit het slot en wil door weer een andere deur het centrum binnen. Juist die deur blijkt geen ingang te zijn. Zijn gezicht kleurt rood. Ik kijk snel een andere kant uit. Deze man heeft (n)iets met deuren….

Wij verliezen we hem uit het oog. Zijn druk met zoeken naar geschikte plantjes voor in de bloembak. Daar staan ze en ook nog een aanbieding. Vier stuks voor vijf euro. We nemen er acht.
Bij de kassa zeg ik enthousiast: ‘Dit is een aanbieding. Vier voor vijf euro en dit zijn er acht.’ De kassière telt en zegt op een toon waarop de mensen in de rij achter mij het ook kunnen horen: ‘Maar mevrouw, ik tel er tien. U heeft er twee teveel genomen.’ Nu krijg ik een rood hoofd. Blijkt man er tien in de kar te hebben gezet. Hij is in geen velden of wegen te bekennen, is op zoek naar een doosje. De mevrouw achter de kassa blijft mij strak aankijken. Misschien verdenkt zij mij ervan stiekem meer plantjes mee te willen nemen. Ik heb toch immers net zelf gezegd dat het er acht zijn. Ik geef er twee terug en schuif de doos met bosviooltjes haar kant uit. Dan kan ik afrekenen.

Als ik het voorval naderhand aan man vertel antwoordt hij zoals alleen hij dat kan: 'Ik heb vrijdag Excel op mijn werk achtergelaten. Dacht het in het weekend niet nodig te hebben.'

Een week later nog drie plantjes gehaald.

dinsdag 17 november 2015

Foto-blogbericht Texel Bergen en Egmond


Ferry naar Texel



Selfie
Onderweg


Verlaten


Kokende Man












Galerie in Oudeschild

 B&B in Oudeschild


Uitrusten onderweg
Vogelverschrikker
Vuurtoren Cocksdorp
Stormachtig in Cocksdorp
Strandpaviljoen Kaap Noord
Hotel Blooming in Bergen
Lachende pompoensoep
Herfst in Bergens bos
Stralende Man

Wij

Gelukszoeker

http://ellieschmitz.blogspot.nl/2015/11/stormachtig.html#comment-form

maandag 16 november 2015

Stormachtig





We hebben een stormachtige week achter de rug. Geen persoonlijke stormen, maar echte stormen. Het begint al onderweg in de auto naar de veerboot in Den Helder. Eenmaal op de boot, uit de auto en aan dek, moeten Man en ik elkaar vasthouden en steun zoeken bij de stoelen of aan de wand. Je zou zo overboord slaan. Terug naar de auto kunnen we alleen als we achteruit lopen. Ook dan houden we elkaar vast.

Op Texel staat ook een stevige wind. Af en toe denk ik dat er een straaljager overvliegt of dat er een auto met hoge snelheid over de weg rijdt, dat gebeurt namelijk wel eens in onze eigen straat, maar het is gewoon de wind. De weersvooruitzichten beloven storm en regen. We gaan op pad met de auto.

Verlaten, somber, deprimerend, maar ook rustgevend kan het hier zijn. Dat bedenk ik als we door weids en kaal gebied rijden met steeds dezelfde kleuren.
Grijze luchten, het is grijs van de regen, kale akkers en weilanden met schapen. Bij het zien van al die beesten vraag ik me hardop af waar Rianne en Jan wonen, deelnemers aan het laatste seizoen van Boer zoekt Vrouw. Terwijl ik het zeg zie ik twee mannen op wat lijkt een suikerbietenbelt en daar staat Jan.



Ik zie vogelverschrikkers. Sinds mijn jeugd niet meer zo’n mooie gezien als deze met wapperend been.

  
Aan zee, veilig achter glas in het strandpaviljoen, beuken de golven op het strand. Het uitzicht aan de andere kant mooi. De vuurtoren van Cocksdorp. Ernaast huisjes met rode puntdaken.


We raken aan de praat met een jonge vrouw. Zij woont en werkt op Texel. Op haar elfde willen haar ouders met het gezin vanuit Breda op het eiland gaan wonen. Zij wil niet, wil bij haar vriendjes en vriendinnetjes blijven, maar moet natuurlijk mee. Nu woont zij al 15 jaar op het eiland, wil er niet meer weg. Haar familie is jaren geleden weer teruggegaan naar Breda.

In een winkel kopen we een mooie schapenvacht. Niet van een Texels schaap, maar van een IJslands schaap…
Mooie vintage schoolschriften neem ik ook nog mee. Als ik bij de krijtverf de bijbehorende kwasten bekijk, krijg ik er van de eigenaresse een cadeau. 

  
In de boekwinkel voelen we ons niet echt welkom. Het assortiment is buitengewoon, er is ook nog een expositie, maar de twee dames die de winkel bestieren hebben er blijkbaar geen zin in. Zij keuren ons geen blik waardig. Een groet kan er niet vanaf en tot overmaat van ramp wordt vlak voor mijn neus waar ik een kunstboek van een lokale kunstenaar bekijk, de stofzuiger aangezet. Niet fijn als je in de rolstoel zit en de stank ervan meteen je neusgaten binnendringt. We gaan, hebben op slag geen zin meer om nog boeken te bekijken.

Bij het vragen naar de weg, we weten niet meer precies waar we de auto hebben geparkeerd, worden we voor Duitsers aangezien. 'Immer geradeaus…..’ 

Bij terugkomst op het park is het pikkedonker. Waar is ons huisje? We krijgen de slappe lach. Na wat bochtjes, de auto keren en weer verder, nog eens en nog eens, zien we een bekend punt. We zijn er.

Texel is pas het tweede Waddeneiland dat ik bezoek. Schiermonnikoog heb ik een paar jaar geleden bezocht. Bij een volgende korte vakantie gaan we naar een ander eiland spreken Man en ik af.

We zijn een dag eerder van Texel weggegaan. Hebben in Bergen een overnachting geboekt. ’s Avonds eten we in het restaurant van het hotel.
Vanwege de harde houten stoelen pak ik ergens twee kussens en zorg er zo onbewust voor dat een echtpaar op leeftijd een tijdje boos aan tafel zit.

 ‘Hoe is het mogelijk dat zij zo brutaal is om die kussens te pakken? Het is een schande, die vrouw heeft geen fatsoen.’
‘Dan doe jij dat toch ook. Jij zeurt toch ook over de harde stoelen.’

Haar ogen schieten vuur, haar mond beweegt snel, maar Man hoort enkel een sissend geluid. Dan:

‘Als jij zo begint ga ik naar boven. Wil ik niet eens meer eten en met jou hier aan tafel zitten.’
‘Jij kunt niet op de kamer, ik heb immers de sleutel…..’

De discussie gaat nog even door, maar dooft weer. Het is weer gezellig samen.

In Bergen hebben we het graf van Lucebert bezocht, in Egmond in ‘ons’ strandpaviljoen geluncht. Daarna zijn we naar Hoorn gegaan, op bezoek bij Anne, lieve Facebook vriendin. Een mooiere afsluiting van ‘deze-dagen-weg’ kan ik me niet voorstellen.