maandag 30 september 2013

Ochtendmis

Wakker worden. De neus net boven de dekens uit. Het is vroeg, buiten heerst nog diepe duisternis. Koud, ijskoud, sterren op de ramen. Toch ga ik mijn bed uit. Snel kleed ik mij aan en loop naar beneden. Er wacht daar niemand op mij. Het brood staat op tafel, maar ik mag er niets van nemen. Eerst naar de kerk en bij thuiskomst mag ik pas iets eten. Iedere ochtend naar de mis van half acht. In het zwakke schijnsel van een paar straatlantaarns loop ik naar de kerk. Daar is het ook koud, steenkoud. Verspreid een paar mensen in de banken. De vrouwen grote donkere sjaals om hun hoofd, de mannen hebben mutsen op. In de jeugdbanken klasgenoten en andere jongeren uit het dorp. De mis begint. Zusters uit het naburige klooster zingen een lied. De pastoor heeft een wierookvat in zijn handen, beweegt het zachtjes heen en weer. Een sterke geur. Het duurt niet lang tot ik draaierig word. Als ik mijn ogen weer open, lig ik op de koude stenen vloer. Iemand helpt mij overeind, ik mag gaan zitten, knielen hoeft niet meer. Elke ochtend naar de kerk, elke ochtend weer flauwvallen. Toch ga ik, ik moet.

vrijdag 27 september 2013

Recensie 'Glashard' Corine Hartman


Het tweede deel van de Jessica Haider serie van Corine Hartman, ‘Glashard’, is niet meer weg te leggen als je er eenmaal in begint. Het verhaal zit als een dijk in elkaar en is met zo’n vaart en zo boeiend geschreven dat je door wilt lezen. Je wilt weten hoe het verdergaat. Humor, seks, geweld, actie, alles komt aan bod. En ondanks de onconventionele manier van werken en het snuiven van coke komt Jessica toch over als een sympathiek figuur. Een grote verdienste van Corine Hartman’s schrijfstijl.
Geen losse eindjes, maar de officiële toelating van Jessica tot Saligia, doet je sterk verlangen naar deel 3, ‘Zielloos’. Je wilt weten hoe het verder gaat met haar, wat haar volgende opdracht wordt. Ik zou zeggen: kom maar op met dat derde deel.

donderdag 26 september 2013

Engelbewaarder


Men zegt dat iedereen een engelbewaarder heeft. Nu geloof ik al mijn hele leven in engelen en voor mij is het, na vandaag, nog duidelijker dat zij bestaan. Ik draag er een bij me in de vorm van een ovaal stukje perspex, daarin de afbeelding van een engel. Dit kleinood heb ik jaren geleden van een vriendin gekregen. 

Vandaag heeft mijn engelbewaarder mij goed beschermd.
Op de fiets boodschappen gedaan. Hand uitsteken en wachten tot ik verder mag bij het stoplicht. Dat vond ik in mijn jeugd niet nodig. Aan dat alles bezondig ik mij niet meer sinds mijn eerste autorijles. Toen werd ik me bewust dat ik op de fiets een gevaar op de weg was. Heb het na die eerste les meteen anders aangepakt. Tot de dag van vandaag probeer ik ‘een vrouw in het verkeer’ te zijn.


Een paar honderd meter van mijn huis vandaan, op een kruispunt waar ik van rechts kom en voorrang heb, probeer ik linksaf te slaan. Tenslotte moet ik die richting uit. Waar maar 30 km per uur aan snelheid mag, word ik bijna omver gereden. De man, ook nog boos op mij, steekt zijn middelvinger op. Ik had toch voorrang? 
Ik ga verder. Mijn eerste stop gemaakt waarna ik weer op mijn fiets stap en rechtdoor wil. Komt mij, ook een man aan het stuur, een auto tegemoet en slaat zonder op of om of naar mij te kijken, linksaf. Ik wijk uit om niet onder de wielen van zijn auto terecht te komen. Spring of val van de fiets, ik weet het niet, en struikel over mijn eigen voeten. 
Daarna naar de bakker. Fijn, onderweg en bij de bakker gaat alles goed. De volgende boodschap is bij de bloemist. Op weg daarheen, bij aankomst en vertrek loopt het op rolletjes. Met de buit op zak fiets ik over het fietspad naar huis. Rijdt plots, vanuit parkeerstand, een busje de weg op. In een reflex wijk ik uit. De achteropkomende auto moet, om mij te ontwijken, hard remmen. Piepende banden. Ik schrik enorm. De chauffeur van het wegrijdende busje is zich van geen kwaad bewust, of doet alsof en rijdt verder. De chauffeur van de achteropkomende auto stapt uit en vraagt of het goed met mij gaat. Dat is dus ‘een heer in het verkeer’. Nog geen honderd meter verder, ik ben nog steeds op datzelfde fietspad, gooit iemand het portier van zijn auto open. Op het nippertje gemist, geluk gehad. 

De rest van de dag blijf ik liever binnen. Het lijkt mij beter me vandaag niet meer in het verkeer te storten. Ik ga mij bezighouden met lezen en het schrijven van deze blog. Morgen een nieuwe dag. Dan ook weer naar buiten en op de fiets. Mijn engel gaat natuurlijk mee.





dinsdag 24 september 2013

Anders lezen

Vandaag staat in het teken van ‘lezen’ en ‘verjaardagen’. Vanavond gaan Man en ik naar het feestje van zijn jarige ouders. Het cadeautje ligt klaar, mooi ingepakt en het kaartje geschreven. De feestjurk al aan, het wachten is op Man. Het heeft tot rond het middaguur geduurd voordat ik aan lezen toekwam. Eerst allerlei ‘dringend-te-doen-dingen’ verzonnen om nog niet te hoeven lezen, terwijl dat toch een van mijn favoriete bezigheden is. Maar dit keer is het anders. Dit boek moet worden gerecenseerd en dan heb ik soms last van uitstelgedrag. Ik vraag me steeds af: ‘kan ik dat wel, kan ik wel op papier verwoorden wat ik in mij heb opgenomen?’ ‘Heb ik het verhaal wel goed in me opgenomen, moet ik het boek niet nog een tweede keer lezen?’ Twijfels denderen door mijn gedachten. Deze alledaagse columns schrijven gaat me goed af, die rollen uit mijn hoofd en mijn vingers. Echter iets schrijven over dat wat iemand anders heeft geschreven is totaal anders. Wie ben ik om daarover iets te zeggen? En hoe zeg ik dat dan? Ook al denk ik als lezer: ‘nou, dit is mijn boek niet’ of ‘ik vind er niets aan’ of nóg erger: ‘ik lees het niet uit, het boeit me totaal niet’. Dat laatste is mij wel eens overkomen, gelukkig, met een boek dat ik voor m’n plezier las. Maar áls ik het verhaal niet zo mooi of goed geschreven vind, maar er wel een recensie van mij wordt verwacht, dan tóch kan ik er altijd nog iets positiefs over zeggen. Alleen al het feit dat iemand hard gewerkt heeft om het op papier te krijgen, want geloof me, schrijven is heel hard werken. Maar met dit boek zal het me niet zoveel moeite kosten een recensie te schrijven, ik ben er enthousiast over. 


Meer wil ik er nu niet over kwijt. Dat kan en mag pas als het boek in de winkel ligt, dan kunnen jullie ook mijn recensie lezen. Dat duurt nog een week. Blijft nog over te vertellen hoe leuk het is, als een van de weinigen, het boek ‘vooruit’ te mogen lezen

maandag 23 september 2013

Ezel en doek 1

Naast lezen en schrijven is schilderen een van mijn favoriete bezigheden. De geur van verf, de kleuren, het doek, de kwasten, het geeft me energie en inspireert me om aan de slag te gaan. Ook een dot katoen, een spons, alles wat voorhanden is om de verf op het doek aan te brengen kan van pas komen en verzamel ik her en der als ik wil beginnen. De ezel, door het gebruik ervan alleen maar mooier geworden, heeft alle kleuren van de regenboog. Met schilderen let je niet op een spat meer of minder. Het bedenken wat ik wil schilderen, uiteindelijk toch altijd een andere weg inslaan. Het wordt nooit zoals ik van tevoren heb bedacht. Geen les genomen. Een vriend heeft mij de beginselen van het schilderen bijgebracht, wat voor soort kwasten en welke doeken ik kan gebruiken. Ook heeft hij mij een paar technieken geleerd, maar als ik eenmaal bezig ben doe ik wat er in me opkomt. Techniek of niet, ik denk er niet aan, zo ga ik op in het schilderen. Voor mij is het een vorm van meditatie. Het afzonderen, ver weg van alles wat er om me heen gebeurt. Ik ben alleen maar gericht op de verf, de kleuren, de kwasten, het doek.
 

Jarenlang heb ik geschilderd in het atelier van een vriend. Minstens eenmaal per week was ik er te vinden, een ruimte in een oude fabriek. De grote hallen in die fabriek opgedeeld, verhuurd aan schilders, beeldhouwers, smeden en ontwerpers. Een plek waar gelijkgestemden bij elkaar kwamen. Een bolwerk van mooie kunst, een creatieve omgeving waar ik geïnspireerd raakte alleen al door het kijken naar de mensen die er bezig waren.
Nu het oude fabrieksgebouw voor andere doeleinden wordt gebruikt zijn er geen creatieve mensen meer te vinden. Nu schilder ik thuis en dat is anders. Ik heb er geen speciale ruimte voor en ik mis de inspiratie van de oude fabriek en de mensen die er aan het werk waren. Thuis moet ik, als ik wil beginnen, eerst allerlei aan de kant schuiven, een laken over de vloer uitspreiden zodat deze een beetje schoon blijft, ‘want een spat meer of minder’. De ezel op de goede plek zetten. Dat redderen vooraf kan een vorm van voorpret zijn, maar voor mij is het dat niet, ik wil meteen beginnen.



zondag 22 september 2013

Anders bezig


De afgelopen dagen ben ik druk geweest met allerlei activiteiten. Aan het lezen van boeken en aan schrijven ben ik niet toegekomen. Maar het moet anders en vandaag kan dat ook. Nu heb ik weer de tijd om dát te doen wat ik het liefst doe, lezen en schrijven. Er liggen een paar boeken, nauwelijks nog ingekeken, maar die wel dringend gelezen moeten worden. De recensie moet geschreven en dan is er een blog, wil ik ook maken.
Met Man naar een boekpresentatie geweest, een paar uur rijden van huis. Druk op de weg, eind van de werkdag, files. We malen er niet om, het is fijn samen onderweg te zijn. In de beslotenheid van de auto is geen werk, geen verplichting, helemaal niets dat onze aandacht opeist. Alleen ‘wij samen’.
Het is een mooie locatie waar we uiteindelijk arriveren. Een goede sfeer, er zijn aardige mensen, er is herkenning en met al bekende mensen een warme begroeting. Er is een interview met de auteur. Interessant om te horen hoe iemand tot een verhaal komt en het dan ook nog op papier kan verwoorden, zodanig dat de lezer ervan geniet. Ik ga er met een boek en een hoofd vol ideeën weg. 


Met een voldaan gevoel met Man weer richting huis, echter tot halverwege. Daar overnachten wij in ‘Op den Deele’, een verbouwde schuur bij een hotel. In dat deel van het land, bij Apeldoorn in de buurt, heb ik vele jaren gewoond en ík ken het gebied dan ook. Denk ik. De volgende ochtend willen we op een andere locatie ontbijten, maar bij aankomst zien we een donker, beetje vervallen gebouw. Het restaurant is er niet meer. Jammer, want de nood aan koffie is op zijn hevigst. Dan maar naar het eerste het beste tankstation langs onze route en daar ontbijten. Niet aan een mooi gedekte tafel, maar in de auto. Na een beker koffie en een heerlijk vers broodje gaan we verder, naar huis. De rest van de dag wil ik alleen maar bezig zijn met lezen en schrijven. Ik heb zoveel indrukken opgedaan, zoveel ideeën weer. Die wil ik op papier, maar er komt niets van terecht. In mijn hoofd borrelt het, ’s nachts kan ik er zelfs niet van slapen. De volgende dag gaan we weer op pad, op bezoek bij een vriendin, ook een paar uur rijden van huis. We praten, we lachen, we hebben het over boeken die we beide gelezen hebben, we drinken koffie, een glas wijn, we eten en genieten. ’s Avonds laat komen Man en ik thuis. Het hoofd vol van indrukken, ik kan niet meer. Slapen wil ik. En dat doe ik, bijna twaalf uur aan een stuk door.
En dan is het vandaag, zondag en pyamadag. Ik ga nergens naar toe. Ik lees, maak aantekeningen van het boek en ik schrijf deze blog. Ik ben thuis en doe dát wat ik het liefst doe: lezen en schrijven.

donderdag 19 september 2013

Blij


Op mijn werktafel liggen mijn gewonnen boeken. Twee zijn er deze week door de postbode afgegeven en tweemaal kende ik uiteraard de inhoud van het pakket. Maar het aannemen ervan, het bekijken van het pakket, het gewicht ervan in mijn handen, de naam van de afzender lezen, toch ook nog even kijken of het wel aan mij geadresseerd is en het pas daarna openmaken. Dat gevoel, die spanning en de blijdschap die er dan is. Met elk boek dat ik koop, krijg of win ben ik weer net zo blij alsof het mijn eerste boek is. En zoals jullie weten, mijn eerste eigen boek stamt uit mijn kinderjaren. Zo nu en dan schrijf ik me in als ik kans kan maken op een boek dat werkelijk mijn interesse heeft. Een paar jaar geleden won ik op één dag 2 boeken, het voelde als jarig zijn. Daarna lange tijd niets. Mijn vriendin, zij won. We maakten er grapjes over dat ik een volgende keer aan de beurt zou zijn, maar dan alleen als zij niet naar hetzelfde boek mee zou dingen. Zij wint vaak boeken en soms ook andere prijsjes. Mijn facebook-vriendin kan ook heel vaak een gewonnen boek, of een envelop met bioscoopkaartjes erin, van de deurmat oprapen. Geluksvogels zijn het. Maar nu liggen dan voor me van Jan van Aken ‘De afvallige’ en van Arthur Japin ‘De man van je leven’. Met de boeken van Japin heb ik een haat-liefdeverhouding. Het ene kan ik niet aan de kant leggen als ik, eenmaal opgekruld, ermee op de bank zit, het andere leg ik talloze keren weg. Ik ben dus heel benieuwd naar dit boek van hem én of ik er wel of niet door ‘gepakt’ word. Van Jan van Aken heb ik nog niets gelezen ondanks dat zijn boeken mooie titels dragen en ik door zo’n mooie titel wel eens geïntrigeerd raak. Dat boek laat ik dan meestal inpakken bij de kassa, maar niet nadat ik ook de flaptekst en de eerste pagina heb gelezen. Op die manier zoek ik vaak, voor mij, ‘onbekende’ auteurs. Om terug te komen op de titels van Jan van Aken: wat te denken van ‘Het fluwelen labyrint’? Een prachtige titel. En die van zijn laatste boek, het door mij gewonnen ‘De afvallige’. Die titel doet mij denken aan enerzijds een eenzaam mens, nauwelijks of geen contacten, maar ook aan iemand die door een leefgemeenschap is uitgestoten, niet meer wordt geaccepteerd. Naar dit boek ben ik ook heel benieuwd en wat in het verhaal de betekenis is van ‘De afvallige’. Aan die gewonnen prijsjes is natuurlijk wel een voorwaarde verbonden. De bedoeling is dat ik een recensie schrijf. Natuurlijk doe ik dat, maar vind dat vaak moeilijk. Moeilijker dan over mijn dagelijkse leven te schrijven.




maandag 16 september 2013

Vrije dag




Er zijn dagen waarop ik weinig praat, weinig nieuwe indrukken opdoe, geen mensen ontmoet en aan dat alles ook geen behoefte heb. Dat zijn de dagen dat ik het liefst thuis ben, alleen. Ik  kies daar dan ook voor als het kan.
Heb dan geen enkel verlangen om te praten of me in te moeten zetten op sociaal gebied. Om vriendelijk en aandachtig te zijn, om thee of koffie te zetten, de dingen die ik graag zou willen doen aan de kant te schuiven, misschien een lunch te moeten bereiden, de tafel te dekken en samen te eten. 

Dat wil overigens niet zeggen dat ik een hekel aan mensen heb, verre van dat. 
Maar die dagen heb ik nodig om een vriendelijk, gezellig en begripvol mens te zijn. ‘Oplaad-dagen’ noem ik het. Dat ‘opladen’ is een breed begrip. Ik kan heel veel of helemaal niets doen. Waar ik op dat moment zin in heb. Met een boek op bed liggen of zomaar een beetje soezelen. Ik kan in mijn luie zetel gaan zitten en lezen of muziek luisteren. Een heerlijk geurend voetenbadje nemen. Het kan zijn dat ik schilder, de bloemen ververs, plantjes water geef, hier en daar in de tuin een takje of een uitgebloeide bloem opruim of een beetje rommel in huis. 
En dat laatste is een van mijn favoriete bezigheden. Wat ik dan zoal doe? Schuiven. Met stoelen en kleine tafeltjes. Met accessoires. Kijken wat ik in de kasten heb opgeborgen en weer tevoorschijn halen. Er opnieuw van genieten hoe mooi dat beeldje of hoe mooi dat stoffen doosje is. Weer ergens een plekje geven. Nog meer snuisterijen tevoorschijn halen. Iets anders tijdelijk opbergen. Zo kan ik uren doorbrengen. 

Een feest vind ik het zo’n dag en zo nu en dan besluit ik bij het wakker worden zo’n feestdag voor mezelf in te lassen. Zo ook vandaag. Morgen een nieuwe dag die ik opgewekt en fris begin. Dat is het resultaat van vandaag: een dag zonder afspraken en alleen. 

En nu verder, volop genieten van deze vrije dag!

zondag 15 september 2013

Huizenjacht 1



Vandaag op huizenjacht geweest. Man en ik zoeken een nieuw onderkomen nadat Man vorig jaar zijn huis verkocht heeft en bij mij is ingetrokken. Het valt niet mee een nieuw nest te vinden. Het ene huis is te duur, het andere huis te gehorig en weer een ander huis is toch niet wat de foto’s beloven. Vandaag hebben we een afspraak voor een bezichtiging van twee huizen. Iets verder rijden van waar we nu wonen en waar we tot nu toe naar een huis hebben gezocht. In alle vroegte worden we gewekt door het melodietje van de wekker, we moeten bijtijds vertrekken. Een vervelend melodietje trouwens, vooral als je zoals ik onder het dons wil blijven liggen. Ik wil Man alleen op pad sturen. ‘Als er een nest voor ‘samen’ moet komen dan ook samen gaan kijken’, zo zegt Man. En gelijk heeft hij. Eerst een stevig ontbijt, we gaan vandaag lang op pad. Het is tien uur, aangekomen op de plaats van bestemming. We zijn nieuwsgierig en we vinden het ook spannend. Hoe ziet het huis eruit? Is het zoals het op de foto’s is te zien, hebben we er een goed gevoel bij en boven alles, is het ’t nest waar we voor heel lang samen willen wonen? De rondleiding begint. Er is veel om op te letten. We kijken, speuren naar gebreken, soms moeten we bukken, in de kelder lage plafonds, ook onhandige wenteltrappen, we overleggen en we vragen. De zintuigen op volle kracht om zoveel mogelijk van het huis in gedachten te kunnen prenten. Weten we het straks thuis ook nog allemaal? Man en ik kijken elkaar af en toe aan. De een leest van het gezicht van de ander af of het leuk is of juist niet. Dan verder, het volgende huis. We zien een grote tuin, het huis oogt licht en heeft veel ruimte, dat laatste is belangrijk. Man wil een ‘eigen’ kamer en ik wil een ‘eigen’ kamer. Kan allemaal en dan nog is er ruimte over. Dit huis komt in de richting van wat we willen. We gaan er weg, voor vandaag hebben we genoeg gezien. Twee huizen en al snel eensgezind besloten het eerste huis meteen aan andere mensen over te laten. Een donker, somber huis en wat we er ook aan zullen doen, poetsen en schilderen, het met onze spullen gezellig maken, we denken dat het toch een donker en somber huis zal blijven. Jammer, een kleine teleurstelling. Morgen zullen we beslist nog over het andere huis praten en besluiten of we een tweede keer gaan kijken.

vrijdag 13 september 2013

Ontwaken


Vanochtend vroeg wakker, buiten is het nog donker. Voorbij een nacht, waarin letters door mijn hoofd dansen. Zij zwieren in het rond, krijgen er geen genoeg van. Houden mij uit mijn slaap en druk bezig tot aan het ochtendgloren. Het allereerste licht kruipt door de lucht. De bomen en struiken in de tuin worden zichtbaar, een zachte gloed erboven. Het is wonderlijk te zien hoe het duister langzaamaan door het licht wordt ingenomen. Steeds meer licht, dat zie je aan het gebladerte, de kleur ervan en de openingen daar tussenin. Alsof er kleine lampjes tussen het blad tevoorschijn komen. Ik hoor de vogels, de wereld ontwaakt. Een nieuwe dag dient zich aan.

De dag begint in stille omgang met het licht
In vrede met jezelf en met het eigen zijn
Vandaag weer vreugde en plezier
Leven vanuit het nu vanuit het hier
Het leven zal vandaag vast weer een wonder zijn

donderdag 12 september 2013

Mijn zus en ik

Een winteravond, koud en donker. Die avond gingen wij naar huis, mijn zus en ik, we waren bij de kapster geweest. Zij fietste, ik achterop de bagagedrager. Het licht van een enkele straatlantaarn, geen mens op straat. De huizen donker, de luiken gesloten. Ik praatte, vroeg van alles, zij snauwde. Hoorde haar ademhaling, zwaar, moeizaam. Mijn zus ging steeds harder fietsen. Ik was bang, wilde mijn armen om haar heen slaan, deed het niet. Zij was ook bang. Wilde haar vragen waar zij bang voor was. We kwamen thuis, mijn zus gejaagd en bezweet, ik bang en onzeker. Er werd nergens over gepraat. Ik was een jaar of acht.