Voordat de wekker rinkelt
ben ik al wakker. Nog steeds ziek, maar ik voel me beter dan een dag of wat
geleden. Naast me Man, ook al wakker, maar erg ziek zo te zien en te horen. Hij
kan niet naar zijn werk. Bij thuiskomst gisteren was Man er al beroerd aan toe,
dat is nu nog erger. De ziekenboeg blijft open,
maar in plaats van broeder Man word ik vanaf nu zuster Vrouw. Nu is het mijn
beurt voor een zieke te zorgen.
M., zij helpt ons het huis
schoon te houden, zal er om 9 uur zijn. Ik sta snel op. Douchen of koffie? Eerst
naar beneden voor koffie, mijn ochtend-opstart-hulpmiddel. Maak voor Man hete
citroendrank, vul een kan met water, pak ook nog snel een paar tabletten tegen de
hoofdpijn van de zieke en weer naar boven. Eerst douchen en aankleden, daarna pak
ik mijn ontbijt wel. Nadat ik nog wat heb
opgeruimd en een was in de machine heb gedaan voel ik mij al uitgeput. Heel
frustrerend. Nog steeds last van griep.
Intussen is het al half
10, geen M. Kwart voor 10, nog geen M. We hebben vandaag toch afgesproken? Waar
blijft zij nou?
Ik stuur haar een bericht,
geen reactie. Ik bel haar op en spreek een bericht in. Na een poosje hoor ik
iets van haar, ze ligt nog in bed. Anderhalf uur later dan afgesproken komt zij
nog anderhalf uur poetsen. Dat is niet genoeg en het maakt mij kribbig.
De man van de
stoffeerderij staat wel op de afgesproken tijd aan de deur. Hij komt het bestelde
gordijn ophangen. Een niet besteld gordijn komt uit het plastic. Ook had ik aan
zijn baas doorgegeven dat de rail opnieuw moet worden bevestigd. De monteur
heeft echter geen gereedschap bij zich.
De postbode staat bij de
brievenbus. Wat brengt zij? Een envelop van zus met daarin iets leuks én een
envelop van het CJIB……Centraal Justitieel Incassobureau. Foute boel. Ik heb te
hard gereden op weg naar Nicht.
Een beetje schimmige dag
is het. Ik zorg voor Man, ontvang de stoffeerder, ontvang M., zet koffie, ben
sociaal en als iedereen weg is stort ik in. Geen energie meer, geen zin om nog
iets te doen. Ik kan mijn draai niet meer vinden. Het wachten is op Vriendin.
Zij brengt mij naar de garage om de auto op te halen. Zomaar een vrijdag, zomaar
een dag waarop niets lijkt te lukken of soepel te verlopen. Benieuwd wat de avond
brengt.