Ik luister naar muziek die
mijn smaak niet is of misschien ben ik er te oud voor. Hoor geluiden van de
meest handige gereedschappen en machinerieën die op een bouwplaats nodig zijn.
Zie mannen die boren, zagen en slijpen, stofbril op de neus en oren bedekt met
grote rode doppen.
Ruim een week wordt er nu gewerkt en de metamorfose van
garage met smeerput en kantelpoort naar atelier is groot.
Eerst is er gesloopt,
daarna zijn de wanden geïsoleerd en voor veel lichtinval zijn er grote ramen en
een nieuwe deur geplaatst.
Elke dag zie ik het karwei groeien. Komende dagen wordt
nóg een raam geplaatst, de vloerverwarming wordt aangelegd en hebben de bouwers
nog een aantal andere klussen te doen.
Ik tel de dagen af tot de
verbouwing klaar is en het inrichten kan beginnen.
Eerlijk gezegd heb ik wel
wat last van het voorspel. Dat is zoals het nu is: de hele dag geluiden en mensen
om me heen. Dat is lastig voor iemand die van nature graag alleen is. Gelukkig
zijn het stuk voor stuk leuke, enthousiaste mannen die daar buiten aan de
werktafel staan. Dat maakt het voor mij wat gemakkelijker tot het werk over een
paar weken gedaan is.
In gedachten heb ik het
atelier al ingericht. De tafel heeft al een plek, alleen moet ik die
nog bij de kringloopwinkel zien te vinden of op een van de vele tweedehands
sites. Stoelen en boekenkasten heb ik al en ‘staan’ ook al op hun plek. Dan nog
een tafeltje, een bank, de theewagen waarop de potten met kwasten en verf, de
ezel en de cd-speler. Ook die spullen heb ik al ‘geplaatst’. Op zolder nog dozen
met boeken en snuisterijen om de ruimte gezellig te maken.
Binnenshuis kan ik gewoon
mijn gang gaan. Doen wat gedaan moet worden en doen wat ik graag doe, schrijven
en lezen. Toch lukt mij dat niet. Eigenlijk gaan deze bouwdagen voorbij zonder
dat er veel uit mijn handen en hoofd komt. Ik schrijf wel, maar ben snel
afgeleid door de bezigheden buiten. Ga weer kijken, loop wat rond en zet nog maar
eens koffie voor de mannen.
Een atelier voor mij
alleen. Denk dat Man wel ‘op bezoek’ komt.