In de afgelopen maanden
hebben wij er veel gezien. De een te klein of te groot, de ander te licht van
kleur, weer een ander beschadigd en ook niet meer netjes bij te werken. Maar nu
heb ik er een gevonden. Een linnenkast Amsterdamse school, gemaakt omstreeks
1920. Ik ga naar Kampen om hem op te halen.
Bij aankomst vergaap ik me
aan het pand. Oud, vier verdiepingen hoog met prachtige ornamenten aan de voorgevel.
Een mooie houten voordeur met glas en traliewerk, ernaast gekleurde tegeltjes.
Als ik de decoratie erin zie, wil ik op slag een mozaïek maken. Ik bel aan. Een
grote forse man opent de deur. Bril op de neus, een flinke snor, een doorleefd gerimpeld
gezicht, heldere ogen kijken mij aan.
Kasten, tafels, stoelen en
nachtkastjes staan opgesteld, de geur van boenwas komt mij tegemoet.
‘Ik heb altijd in antiek
en oude spullen gehandeld en het restaureren ook geleerd, maar op een
bepaalde leeftijd ben ik gestopt met werken.’ ‘Alle spullen die ik had,
meubilair en kleine antiquiteiten, heb ik doorverkocht en de winkel opgeheven.’
‘Maar zoals u ziet mevrouw, het bloed kruipt waar het niet gaan kan.’ ‘Ik ben
weer begonnen, weliswaar kleinschaliger, maar ik hoef er niet meer van te
bestaan.’ ‘Meubilair, glaswerk, potten, kandelaars, het staat er allemaal
weer.’
Schroevendraaier en
doosjes komen tevoorschijn en mij wordt verteld hoe de kast te demonteren, waar
ik zeker op moet letten en ook wordt uitgelegd hoe de kast weer in elkaar te
zetten en waar ik bij dát karwei zeker op moet letten.
‘Hoe hij aan zulke mooie
spullen komt’, vraag ik hem. ‘Ik koop her en der op, uit zolderopruimingen en van
erven die geen raad weten met hun verkregen spullen.’ ‘Ik restaureer en verkoop
het weer, er is vraag genoeg naar.’
’Naar het buitenland
afreizen op zoek naar koopwaar doe ik niet meer.’ ‘Mijn vrouw ging altijd mee,
maar zij is ziek geworden en het reizen is voor haar te vermoeiend’.
Samen, dat wil zeggen, de
man doet het zware werk en ik houd een deur of paneel vast, hebben wij de kast
gedemonteerd en in mijn auto gelegd.
Onderweg naar huis ‘een stop’. In de picknickmand koffie, water, brood met kaas en een banaan, daar
heeft Man voor gezorgd.
Nu ligt de kast in de
garage, maar al gauw genoeg zal hij in ons nieuwe huis staan. Dan bouwt Man op
en geef ik de aanwijzingen. Dan hebben wij ‘onze porseleinkast.'
Dat gaat een pronkstuk worden met een mooi verhaal er bij. Verbaasd me niets dat zoiets in Kampen te koop is. Kampen is een kleine porceleinkast om te bekijken.
BeantwoordenVerwijderenMarnel, dat heb jij goed gezien, een 'pronkstuk met verhaal' in onze kamer! En Kampen is inderdaad een schitterend plaatsje, ik kende het niet. Dank voor je leuke reactie :-)
BeantwoordenVerwijderenHartstikke goed, Ellie! Nu ervoor zorgen dat er geen onderdelen ontbreken :-D
BeantwoordenVerwijderenHaHa Mieke, ik zal alles zorgvuldig bewaken! Dank dat je 'me' weer hebt gelezen :-)
BeantwoordenVerwijderenPas op voor de olifanten ;-) Heerlijk geschreven Ellie!
BeantwoordenVerwijderenIk ben alert, Jaap.....maar ik heb wel iets met olifanten ;-) Dank voor het mooie compliment, ben er blij mee!
BeantwoordenVerwijderen