Veel te vroeg ben ik. Dat
gebeurt mij regelmatig. Ik heb een hekel aan te laat komen of op het nippertje op
de plaats van bestemming zijn. De wachtkamer is uitnodigend, ruim en licht. Er
staat een grote tafel, rondom stoelen waarop je heerlijk zit en in de hoek een
apparaat voor thee en koffie.
Er liggen kranten en
tijdschriften. Niet de oude bladen zoals je vaak in wachtruimtes in het
ziekenhuis of elders ziet, maar de nieuwste ‘Happinez’ en recente woon- en
tuinbladen. In mijn tas altijd een boek en nu ik zo vroeg ben heb ik dan ook tijd
om te lezen.
Drie vrouwen zitten met
mij aan tafel, ook wachtend op hun beurt. Een gekakel van jewelste is het, het
gaat er heftig aan toe. Over ‘die buitenlanders’, over ‘Mark en zijn hulptroepen’.
‘Ik heb lang in Duitsland
gewoond. Nu woon ik weer in Nederland, maar als ik alles heb geregeld hier en
in Duitsland weer woonruimte heb gevonden, ga ik terug. Het is daar veel beter,
spijt heb ik. Na 42 jaar niets meer teruggevonden van wat ik heb achtergelaten.
En dan al die
buitenlanders, waarom zijn die hier? Wie betaalt dat?’
‘Ja, zo is het maar net,
wie betaalt dat? Wij natuurlijk, wij moeten dokken. Ons plukken zij kaal. Die
daar in Den Haag, die betalen niet, dat moeten wij doen. Een ‘skand’ is het. En
hoe komen die hier als zij geen geld hebben? Dan hebben zij toch geld, anders
kunnen zij hier toch niet komen? En werken doen die niet, van ons profiteren,
dat doen die.’
De vrouw is zo boos en verbitterd
op ‘die buitenlanders’, op ‘de hele wereld’ en ook op ‘de dokter’….
’Waarom loopt dat
spreekuur zo uit? Dan hebben zij niet goed gepland, dan moeten de afspraken anders
worden gemaakt. Ik had nog wel thuis iets kunnen eten.’
De woede die zij uit is mij duidelijk, maar ik versta niet alles, zij gebruikt haar eigen streektaal.
De vrouwen maken zoveel kabaal dat er van lezen niets terecht komt. Net als ik me wil terugtrekken op de trap in de gang ben ik aan de beurt.
De vrouwen maken zoveel kabaal dat er van lezen niets terecht komt. Net als ik me wil terugtrekken op de trap in de gang ben ik aan de beurt.
Een injectie in de bil, een
praatje, ik kan er voorlopig weer tegen.
Als ik andere mensen zo hoor mopperen, dan ben ik altijd weer heel blij dat ik niet zo ben. Hoe schaamtevol het soms ook is.
BeantwoordenVerwijderenIk was helemaal ontdaan door de woede van de vrouwen op 'buitenlanders'. Oordelen terwijl je de situatie niet kent en dan iedereen over één kam scheren...onbegrijpelijk. Dank Jaap voor je reactie!
BeantwoordenVerwijderenIk deel je woede!
VerwijderenRaak geschreven! En ook ik ben een buitenlander... :)
VerwijderenDank voor je reactie, Stefaan!
VerwijderenDat oordelen gebeurt overal en steeds vaker, helaas. Mooi geschreven, Ellie!
BeantwoordenVerwijderenGelukkig zijn er ook veel mensen die dat niet doen. Dank voor je mooie reactie, Mieke!
BeantwoordenVerwijderenLiefje, mooi beschreven, deze gesprekken zijn er dagelijks en overal en is ook beangstigend. Maar we leven in vrijheid om onze mening te uiten - ook al is het niet de onze en denkt, zoals je het zegt, gelukkig niet iedereen hetzelfde. Blijf schrijven!!
BeantwoordenVerwijderenMooie reactie van jou, Wilko! Dank je wel XXX
BeantwoordenVerwijderenJa, van dat soort gesprekken word je niet blij... Wel opmerkelijk trouwens dat iemand die zelf lang in Duitsland heeft gewoond - als buitenlandse dus - zo fel is op ándere buitenlanders. Ach, 't heeft wel weer een blog opgeleverd moet je maar denken. :-)
BeantwoordenVerwijderenWaar ik spijt van heb is dat ik me niet in het gesprek heb gemengd en de beweegreden voor zoveel felheid t.o.v. buitenlanders heb kunnen achterhalen. Dat is een les die ik heb geleerd. En ja, de vrouw die in Duitsland heeft gewoond en nu in Nederland besefte waarschijnlijk niet dat zij in Duitsland een 'buitenlander' was....Dankjewel voor je reactie, Gezina!
BeantwoordenVerwijderen