Allerheiligen
Die dag gingen we naar de
kerk, mijn vader en ik. Het was Allerheiligen, een november, een zondagmiddag.
Op die dag werden de doden herdacht. We gingen naar het ‘lof’ van drie uur. Ik
keek naar hem op, mijn vader met zijn stuurse gezicht. Er werd niets gezegd,
mijn vader praatte niet met mij, nooit. Ik begreep niet dat we ook naar het
kerkhof zouden gaan. Er lag daar ‘een oma’ begraven, de moeder van mijn vader.
Maar hoe kon dat nou? Ik had nog 2 oma’s, iedereen had er twee, geen drie. Het
had iets geheimzinnigs en het had ook iets heel iets beangstigends voor mij. Ik
was een beetje bang voor mijn vader, dat was ik altijd. Toch vroeg ik aan hem:
‘waarom heb ik 3 oma’s, één in Posterholt, één in St. Odiliënberg en één op het
kerkhof?’ Mijn vader zei niets, negeerde mijn vraag, ik durfde niet verder te
vragen. Voelde me angstiger dan voorheen. Ik was een jaar of 10.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten