woensdag 2 oktober 2013

Sam 1


Midden in de nacht is het, ik ben wakker. In mijn hoofd is het een komen en gaan van allerlei gebeurtenissen. Van wat me morgen te doen staat totdat ik overmorgen een hele dag heb om te lezen en te schrijven. Slapen lukt me niet, uiteindelijk ga ik mijn bed uit. Nietsvermoedend loop ik de keuken binnen. Op de grond de mand van Sam, ondersteboven, zij zit ernaast, in een hoek de deken, verfrommeld. Ik besef dat zij met de mand van de kast is afgevallen, ze kan nogal tekeer gaan voordat zij zich oprolt om te gaan slapen. Kan er niets aan doen, maar schiet in de lach. Mand overeind, deken op de bodem, Sam weer in de mand. Ik maak thee en ga naar bed. Lees nog een tijdje en probeer te slapen. Anderhalf uur later. Weer uit bed, nog maar een kop thee. Bij binnenkomst in de keuken staat de mand nog steeds waar ik ‘m heb neergezet, de deken ligt er ook nog in, maar Sam niet. Zij zit boven op de kast, kijkt naar mij zoals alleen katten dat kunnen. Het is me meteen duidelijk, de mand moet op de kast, niet
op de grond. Ik had het kunnen weten. Man heeft bij zijn verhuizing een zacht mandje voor Sam gekocht. Een deken erin gelegd en in de keuken op de grond gezet. Maar zodra een lege rieten mand door Man op de kast werd gezet heeft Sam niet meer omgekeken naar het zachte mandje op de grond. Vanaf die tijd slaapt zij in de rieten mand bovenop de kast. Eerst zonder de zachte deken, daarna met. Het zachte mandje staat nu in de schuur.
Dat Sam graag hoog wil weet ik al vanaf het begin dat zij in dit huis is komen wonen. Dat is nu een jaar geleden en destijds ben ik haar binnen een week een paar uur kwijt geweest. Paniek bij mij, ze woonde immers pas net in dit huis. Ik kon haar nergens vinden. Zou zij naar buiten zijn geglipt en zou ik het niet hebben gezien? Geroepen heb ik totdat ik een ons woog. Onder de struiken gekeken, onder de tafels die verscholen in de tuin staan, achter de groencontainer, in het grote vogelvoederhuis helemaal bedekt met klimop, nergens een Cyperse kat te zien. Weer opnieuw in huis gezocht. Onder het bed, in de kasten, onder de bank, onder het kledingrek, geen Sam. Man gebeld, maar zoals Man kan reageren, doet hij dat nu ook. ‘Sam komt wel weer terug, daar ben ik van overtuigd’. Daar heb ik niets aan. Een tijd later zie ik haar bij toeval. Ze ligt bovenop de verwarmingsketel, bijna tegen het plafond aan en kijkt mij aan met een blik die katten eigen is, ‘waar maak jij je zo druk over?
Het is me nu helemaal duidelijk nadat zij met haar mand van de kast is gedonderd. Sam wil de hoogte in, alleen zo heeft zij goed overzicht over de tuin. Bovendien heeft een rieten mand spleetjes en door die spleetjes houdt Sam toezicht. Als er soortgenoten op haar terrein komen, stuift zij naar buiten om de indringers te verjagen. De klep van het kattenluik is al tweemaal afgebroken, met zo’n felheid gaat zij door dat luik heen. Zien jullie het voor je? En kattenluikklepjes liggen hier op voorraad in de kast!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten