Ik ben 6 jaar en zit in de eerste klas van de lagere school. Een katholieke basisschool en er wordt les gegeven door zusters van de Kanunnikessen van de Orde van het H. Graf. Aan het hoofd staat zuster Victoire, heel streng. Breien en haken leer je van zuster Narcisia, zij draagt altijd een schort over haar habijt. In de kleuterklas heb je zuster Adolpha, op haar neus een rond brilletje en dikke rode wangen. Een zorgzame lieve zuster. In de eerste klas heb je zuster Aleijdis. Haar bijnaam is zuster Sjeng, die heeft zij omdat zij heel driftig en ook gemeen kan zijn. Mij is verteld dat zusters lieve mensen zijn. Deze zuster lijkt in mijn verbeelding meer op een boze heks. Als je in de klas iets hebt gedaan of gezegd wat niet door de (lees: haar) beugel kan, slaat zij met een heel dun houten stokje op de vingers. Je moet je handen daarvoor op de lessenaar leggen. Het speelkwartier, halverwege de ochtend, is voorbij. We moeten in de gang in de rij gaan staan. Het is een hoge en lange gang met aan weerskanten de leslokalen. Kaarsrecht en muisstil staan we, zelfs glimlachen mag niet. Door Sophie, zij staat achter mij, word ik geplaagd. Zij kietelt in mijn lenden, probeer niet te lachen, maar dat gaat me niet zo goed af. Zuster ‘Sjeng’, zo wordt zij ook altijd door iedereen genoemd, ziet dat. Onmiddellijk word ik door haar hardhandig bij mijn arm gepakt en uit de rij gehaald. Furieus is zij wegens zoveel ongehoorzaamheid. Als straf moet ik de hele dag op mijn knieën zitten vooraan in het lokaal van zuster Godeliva. Zij geeft les aan de vijfde en zesde klas. De hele dag met mijn knieën op een houten vloer. Aan mijn ouders vertel ik niets, ook niet welke straffen zuster Sjeng zoal geeft. Door hun wordt voetstoots aangenomen dat de kinderen in de klas die straf wel verdiend zullen hebben. En zo ontloop ik ook de straf die ik anders onherroepelijk nog van mijn ouders zal krijgen
donderdag 17 oktober 2013
School
Ik ben 6 jaar en zit in de eerste klas van de lagere school. Een katholieke basisschool en er wordt les gegeven door zusters van de Kanunnikessen van de Orde van het H. Graf. Aan het hoofd staat zuster Victoire, heel streng. Breien en haken leer je van zuster Narcisia, zij draagt altijd een schort over haar habijt. In de kleuterklas heb je zuster Adolpha, op haar neus een rond brilletje en dikke rode wangen. Een zorgzame lieve zuster. In de eerste klas heb je zuster Aleijdis. Haar bijnaam is zuster Sjeng, die heeft zij omdat zij heel driftig en ook gemeen kan zijn. Mij is verteld dat zusters lieve mensen zijn. Deze zuster lijkt in mijn verbeelding meer op een boze heks. Als je in de klas iets hebt gedaan of gezegd wat niet door de (lees: haar) beugel kan, slaat zij met een heel dun houten stokje op de vingers. Je moet je handen daarvoor op de lessenaar leggen. Het speelkwartier, halverwege de ochtend, is voorbij. We moeten in de gang in de rij gaan staan. Het is een hoge en lange gang met aan weerskanten de leslokalen. Kaarsrecht en muisstil staan we, zelfs glimlachen mag niet. Door Sophie, zij staat achter mij, word ik geplaagd. Zij kietelt in mijn lenden, probeer niet te lachen, maar dat gaat me niet zo goed af. Zuster ‘Sjeng’, zo wordt zij ook altijd door iedereen genoemd, ziet dat. Onmiddellijk word ik door haar hardhandig bij mijn arm gepakt en uit de rij gehaald. Furieus is zij wegens zoveel ongehoorzaamheid. Als straf moet ik de hele dag op mijn knieën zitten vooraan in het lokaal van zuster Godeliva. Zij geeft les aan de vijfde en zesde klas. De hele dag met mijn knieën op een houten vloer. Aan mijn ouders vertel ik niets, ook niet welke straffen zuster Sjeng zoal geeft. Door hun wordt voetstoots aangenomen dat de kinderen in de klas die straf wel verdiend zullen hebben. En zo ontloop ik ook de straf die ik anders onherroepelijk nog van mijn ouders zal krijgen
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten