Met mijn tas, mijn jas en het
wisselgeld nog in mijn handen, daarbij ook nog een dienblad recht te houden waarop
een kop koffie en een flesje water, laveer ik tussen de mensen door op zoek
naar een tafeltje bij het raam.
Ik heb behoefte aan licht
en nog meer aan rust om me heen. Dat laatste is een utopie in het restaurant
van een ziekenhuis. Het is er druk, heel druk.
Maar de vermoeidheid van de
onderzoeken en de gesprekken met artsen en assistentes noopt mij om niet meteen
naar huis te rijden, wat ik wel het liefst zou willen. Achter glas, in het
zonnetje en ogen gesloten, droom ik even weg. Mijn gedachten zijn bij Man, dat
ik hem nu en hier op deze plek erg mis, dat ik naar huis wil, dat ik hoopvol
ben over de uitslag van de onderzoeken.
Ook luister ik naar het
gesprek tussen een man en, naar ik later aanneem, zijn moeder. Liefdevol en
geduldig praat hij met haar.
‘Waar ben ik?’
‘We waren boven bij de
dokter en nu zijn we beneden in het restaurant’
Hij rijdt de rolstoel tot
aan het tafeltje.
‘Ik ga thee voor je halen,
wil je er iets lekkers bij?’
‘Er zijn muffins, appelpunten
en broodjes, waar heb je zin in?’
‘Zitten er mensen achter mij?’
‘Er zit niemand achter je,
wel naast je’
‘Ik hoef alleen maar thee’
‘Dan ga ik nu iets halen,
ben zo weer bij jou terug’
De man glimlacht.
Ineens dringt het tot me
door dat er iemand naast me staat. Een al wat oudere dame vraagt vriendelijk of
zij aan mag schuiven. Ik kan niet weigeren, alle tafeltjes zijn bezet. Dame
begint te vertellen en ratelt maar door. Als zij dan haar iPad uit de tas haalt
en naar mij toeschuift dringt pas goed tot mij door wat zij heeft gezegd. ‘Ik
had toch een telefoon in handen, of ik ook internet had en zo ja of ik haar wil
helpen.’
Ik kijk haar aan, voor
haar het teken om door te gaan. ‘Zij heeft geen verbinding, zij moet nog
anderhalf uur wachten en heeft dit ding van haar kinderen gekregen bij het
50-jarig huwelijksfeest van haar en haar man, maar kan er nog niet zo goed mee overweg,
haar kinderen en kleinkinderen regelen altijd alles en zij is al zo oud, moet
zij het nog wel leren op haar leeftijd?’
Een waterval aan woorden,
niet te stuiten, geen ‘ja’ of ‘neen’ van mijn kant tussen te krijgen. Er zit
maar één ding op, de iPad verbinden met het draadloze netwerk van het
ziekenhuis. Dat lukt. Haar woordenstroom stopt abrupt, zij heeft geen oog meer
voor haar omgeving. Ik sta op en loop naar buiten, op weg naar de rust van
’thuis’.
en dan ben je blij dat je weer naar huis kunt gaan ... Graag gelezen, Ellie ! Heel mooi beschreven, dit ziekenhuisbezoek. Ik zie het voor me. Ik duim voor een goede uitslag voor je :-)
BeantwoordenVerwijderenDankjewel voor de complimentjes Mieke en ook dat je het stukje weer hebt gelezen, heel fijn! Lieve groet :-)
BeantwoordenVerwijderenWat een herkenbaar verhaal, ik hoop dat je snel een goede uitslag krijgt!
BeantwoordenVerwijderenGroetjes, Yvonne
Ha Yvonne, leuk dat je mijn blog hebt gelezen, dank je wel! Lieve groet :-)
BeantwoordenVerwijderenliefje, zo herkenbaar en vlot geschreven! Ik zie het helemaal voor me! Ik blijf je volgen :-)
BeantwoordenVerwijderenJa, jij kent me....:-) leuke reactie X
BeantwoordenVerwijderenToevallig een paar van uw schrijfsels gelezen,
BeantwoordenVerwijdereneenvoudig, gevoelig, realistisch, herkenbaar, proficiat.
Francine
Beste Francine, van deze reactie word ik heel blij! Als u 'mijn schrijfsels' in de mailbox wilt hebben kunt u mij uw e-mailadres doorgeven, dan zet ik dat op de mailinglist die ik heb. Hopelijk leest u deze reactie van mij en laat mij weten of u wel of niet geïnteresseerd bent.Ellie
BeantwoordenVerwijderen